Nederland heeft een eerste Maggie’s Center, waar kankerpatiënten en hun naasten kosteloos terecht kunnen voor praktische, emotionele en sociale steun. De ondersteuning begint al vanaf het moment dat duidelijk is dat iemand kanker heeft en gaat door als de medische behandeling al is afgelopen. Er worden bijvoorbeeld individuele- en groepsgesprekken gevoerd, tai chi- en yogalessen aangeboden en praktische vragen beantwoord over ziekte, maar ook over parallelle items die spelen bij kanker, zoals kwesties van emotionele aard, voeding, make-up, haar-styling en kleding. Het Maggie’s Centre is gesitueerd in een parkje bij het UMCG in Groningen. Landschapsarchitect Piet Oudolf heeft het omliggende landschap ontworpen. Het concept van een Maggie’s Center is afkomstig uit Groot Brittannië, waar sinds 1996 een familie van centers onder architectuur gebouwd (door o.a. OMA, Frank Gehry, Zaha Hadid) en ontstond toen Maggie Keswick Jencks, landschapsontwerper en de vrouw van architectuurcriticus en landschapsarchitect Charles Jencks, tijdens haar behandeling van borstkanker een plek miste waar ruimte was voor al haar vragen, angst, verdriet en hoop. Het doel van een dergelijke plek is om een omgeving te creëren, waarbij architectuur, als ‘healing environment’ een belangrijke rol speelt bij het genezingsproces.
Maggie Keswick werd in 1993 geconfronteerd met de diagnose terminale borstkanker. Met de boodschap dat ze nog ongeveer drie maanden te leven had, belandde ze op een rij stoelen in een donkere gang van een groot ziekenhuis. Daar besloot ze dat dat beter kon. Haar wens was om kankerpatiënten niet alleen fysiek maar ook mentaal beter te verzorgen. Door een plek te maken met een rustige, lichte en vooral mooie uitstraling. Architectuur als ‘balsem voor de ziel’ in de overtuiging dat het helpt bij het genezings- of het stervensproces. Maggie Keswick: ’What matters most is not to lose the joy of living in the fear of dying’
Het centrum moet de vertrouwdheid van een eigen thuis bieden. De weldadige omgeving zet zich door van binnen naar buiten, daarbij weet landschapsontwerper Piet Oudolf, als geen ander, emoties om te zetten in de landschappelijke omgeving. Die verandert met alle seizoenen, ook de herfst en winter worden niet ontkend waarbij verdorde planten gewoon gezien mogen worden in al hun schoonheid.
Healing Environment
Het merendeel van de zorggebouwen in de UK en -in veel mindere mate – in NL kenmerkt zich door een institutionele uitstraling, gekoppeld aan het gegeven van de veelal korte gesprekken met artsen en de afwezigheid van een plek waar in de volle breedte ondersteund wordt. Het Maggie’s center beoogt op gebouwniveau met een warme uitstraling en een intense relatie met het omringende landschap een ‘Healing Environment”te zijn. De essentie van een Healing Environment berust op de gedachte dat de omgeving waarin mensen verblijven van invloed is op hun gezondheid, dat een goed ontworpen gebouw bijdraagt aan de het welbevinden van mensen. Het Maggies Center is afgestemd op alle vormen van zintuigelijke waarneming, een intensieve beleving waar elke emotie een plek kan vinden.
Ontwerpen voor de zintuigen.
Maggie’s ligt in een parkje aan een wetering, die deel uitmaakt van de stadswal en hoofdgroenstructuur, op een hoek aan de noordzijde van het UMCG-terrein in het centrum van Groningen.
Via de tuin, ontworpen door Piet Oudolf, bereik je de entree van het Maggies paviljoen. Een gebouwtje van ca 600 m2. Aan de kant van het water opent het Center zich met grote hoge glazen puien naar het landschap, waardoor binnen en buiten als het ware in elkaar overvloeien.
Bezoekers moeten het gevoel krijgen de controle over hun leven weer in handen te hebben. Met als basis geaccepteerd te worden zoals je bent, ook in minder goede omstandigheden, door een omgeving waar alle gevoelens er op een ontspannen manier kunnen zijn. De tuin van Piet Oudolf, waarbij de ook schoonheid van verdorde planten in de winter behouden blijft illustreert dit principe het beste. Het ontwerp sublimeert ruimtelijke contrasten en een differentiatie aan sferen zoals: extravert-intiem, open-besloten en donker-licht. Bezoekers kunnen bijvoorbeeld kiezen tussen afzondering in kleine of beschutte plekken of sociale interactie in de centraal gelegen keuken en de groepsruimtes. Het ontwerp van het interieur is troostrijk en beschermend, natuurlijke materialen, textuur en kleur zetten de toon met vloeren van kiezelstenen en hout en licht gebeitste houten wanden met geïntegreerd meubilair versterken het huiselijk gevoel. De dubbelhoge keuken met een volledige glazen gevel gericht op het water vormt het markante hart van het gebouw en haalt de natuur naar binnen. De wc’s met daklichten en een stoel zijn als kleine kamers uitgevoerd. Op de insteekverdieping is de staf gesitueerd. Vanuit hier is er zicht op de arriverende bezoekers en indirect contact met mensen die in het centrum zijn. Het gebouw bestaat uit een vloeiende reeks ruimtes, geheel zonder gangen.
De basis van het center is een flexibele modulaire en circulaire houten kolommenstructuur, ingevuld met houtskeletbouwwanden. Ruimtes kunnen worden gekoppeld en kunnen multifunctioneel worden gebruikt.
Los van een A4tje met een korte beschrijving was er geen programma van eisen: ‘The architecture of Hope’ is compact maar beeldend omschreven door Charles Jencks zelf. ‘Ik ben meteen naar Schotland afgereisd om meerdere Maggie’s Centers te bekijken’ zegt Rohmer, ‘ik had er ongelooflijk veel zin in’. Rohmer ging naar Schotland om met eigen ogen te zien wat wel en wat soms niet goed werkt.‘Ik ging ruimtes opmeten en kwam er bijvoorbeeld achter dat er zitkamers waren van maar 3,10 bij 2,65 meter, die op papier te klein lijken maar in werkelijkheid fantastische intieme plekken vormen om gesprekken te kunnen voeren. Bovendien was er behoefte aan meer bergingen (elke ruimte heeft z’n eigen kleine berging gekregen), vooral geen tochtportaal (een transparant gordijn maakt een zomer- en winteropstelling mogelijk) en de behoefte om letterlijk met de deur in huis te vallen. In de keuken, het hart van het gebouw.
Houten deurkrukken voelen prettig aan voor mensen wier handen niet tegen het koude staal meer kunnen. Prints op het glas genereren meer privacy. Luiken regelen de mate van zonlichttoetreding. Translucente prints op de glazen puien geven naast een zee van licht extra privacy.
Het ontwerp is ontstaan in nauw overleg met Charles Jencks zelf en Laura Lee, de voormalige verpleegkundige van Maggies.
Twee gezichten:
Maggie’s Groningen heeft twee gezichten: grenzend aan het gesloten Protonengebouw van het UMCG heeft het Centre een meer gesloten gevel, opgebouwd uit circulaire en modulaire geprefabriceerde betonnen panelen met baksteenpatronen, in morsecode, een variant op Save Our Souls. In deze gevels bevinden zich puien met uitnodigende openslaande luiken die elke keer een glimp op de tuin bieden. De achtergelegen ruimtes, waarin adviserende en begeleidende hulp wordt geboden, worden zo voorzien van natuurlijk daglicht én de nodige privacy. De zuidzon wordt tegelijkertijd geweerd.
De noordoostgevel daarentegen bestaat met zijn verdiepingshoge pui van donkerbruin geanodiseerd aluminium volledig uit glas en opent zich naar het landschap met de groene wetering. De beleving van alle seizoenen is het uitgangspunt. Een stelsel van bamboe-terrassen met verspringende vlonders biedt uitzicht op het water dat omzoomd is door een rietkraag. Pergola’s bieden beschutting tegen zon en fel daglicht, dat veel bezoekers niet kunnen verdragen. De overgang van binnen naar buiten wordt als het ware door het gebouw zelf al in gang gezet en verloopt daardoor heel natuurlijk. Piet Oudolf is een meester in de compositie van planten en de orkestratie van seizoenen, waarin ook weer elke emotie een plek krijgt. De relatie tussen het gebouwtje en de tuin varieert van een volledig overgaan in het landschap aan de noordzijde, tot aan intieme glimpses op zuid-, oost-, en westzijde aan alle kanten van het paviljoen kan je de tuin in stappen en een plekje vinden om even tot jezelf te komen.
Duurzaam en flexibel houten gebouw
Maggies Groningen is een duurzaam, gasloos, energieneutraal gebouw met groene daken, HR+++ glas, warmteterugwinning en een warmtepomp. Veel en regelbaar daglicht zet de toon. Daklichten brengen accenten aan in beleving. De houten modulaire hoofddraagconstructie is circulair van opzet (demonteerbaar, waarin elk materiaal zijn waarde behoudt) met een circulaire invulling met HSB wanden. De demonteerbare modulaire prefab beton-baksteen gevelelementen, zijn voorzien van nano-coating en zullen mooi verouderen. Voor de gevel is bewust niet voor hout gekozen omdat dit materiaalindien buiten toegepast niet bestendig genoeg is. Het aandeel van de beton-baksteen buitengevel is met ca 3% klein, waardoor dit materiaal zich, ondanks een hogere CO2 voetafdruk, legitimeert. De bakstenen zijn door midden gezaagd en als strips toegepast om materiaal te beperken.