Film over het ontwerp
Maggie’s Centre Groningen
Nederland krijgt binnenkort een eerste Maggie’s Centre, waar kankerpatiënten en hun naasten terecht kunnen voor praktische, emotionele en sociale steun. De ondersteuning begint al vanaf het moment dat duidelijk is dat iemand kanker heeft en gaat door als de medische behandeling al is afgelopen. Het Maggie’s Centre is gesitueerd in een park bij het UMCG in Groningen. Landschapsarchitect Piet Oudolf zal het omliggende landschap ontwerpen. Het concept van een Maggie’s Centre is afkomstig uit Groot Brittannië, waar sinds 1996 verschillende van zulke centra gebouwd zijn (van o.a. OMA, Frank Gehry, Zaha Hadid) en ontstond toen Maggie Keswick Jencks, de vrouw van architectuurcriticus Charles Jencks, tijdens haar behandeling van borstkanker een plek miste waar ruimte was voor vragen, angst, verdriet en hoop. Het doel van een dergelijke plek is om een omgeving te creëren, waarbij architectuur een belangrijke rol speelt bij het genezingsproces. Het centrum moet de vertrouwdheid van een eigen thuis bieden. De weldadige omgeving zet zich door van binnen naar buiten.
Healing Environment
Het merendeel van de zorggebouwen in Nederland kenmerkt zich door een institutionele uitstraling. De essentie van Healing Environment berust op de gedachte dat de omgeving waarin mensen verblijven van invloed is op hun gezondheid, dat een goed ontworpen gebouw bijdraagt aan de genezing van de patiënt.
Ontwerpen voor de zintuigen.
Het Nederlandse Maggie’s Centre ligt op de hoek aan de noordzijde van het UMCG-terrein net buiten het centrum van Groningen. Het UMCG heeft in nauw overleg met Maggie’s UK een programma samengesteld, een stelsel van uiteenlopende ruimtes. Bezoekers moeten het gevoel krijgen de controle over hun leven weer in handen te hebben. Ruimtes voor Tai Chi, yoga, mindfulness, meditatie en councelling maken deel uit van het programma. Het ontwerp wordt gekenmerkt door contrasten zoals: extravert intiem, open-besloten en donker-licht. Geïnspireerd door de kloostertypologie is er een stelsel van intieme, informele tot uitnodigende collectieve ruimtes ontworpen, naar gelang de verschillende gemoedstoestanden van cliënten, een differentiatie aan sferen. De keuze ligt bij de bezoeker of er behoefte is aan afzondering of sociale interactie. Het ontwerp van het interieur is niet alleen troostrijk en beschermend, maar biedt ook uitdaging en optimisme: elementen als vuur (open haard), geluid (akoestiek, piano), natuur (tuinieren, uitzicht), licht en lucht, materiaal en textuur en kleur spelen een rol. Het integreren van het meubilair (inbouwkasten, plekjes, hoekjes) versterkt het huiselijk gevoel. De dubbelhoge keuken met een volledige glazen gevel gericht op het water vormt het markante hart van het gebouw. In de oostvleugel op de open hoek is de ‘staff’ gesitueerd. Vanuit hier is er zicht op de arriverende bezoekers. Naast het ‘Care centre’ van Maggie’s bevat het gebouw ook een ‘Research, E-health and Education centre’. Dit deel bevindt zich in de westvleugel en beschikt over een eigen ingang. De basis van het centre is een flexibele kolommenstructuur, die op termijn elke mogelijke wijziging faciliteert. Ruimtes kunnen worden gekoppeld en kunnen multifunctioneel worden gebruikt.
Twee gezichten:
Maggie’s Groningen heeft twee gezichten: grenzend aan het UMCG heeft het Centre een meer gesloten gevel, opgebouwd uit geornamenteerde baksteen rozetten. In deze gevels bevinden zich puien in combinatie met opengewerkt metselwerk. De achtergelegen ruimtes, waarin adviserende en begeleidende hulp wordt geboden, worden zo voorzien van natuurlijk daglicht én de nodige privacy. De zuidzon wordt tegelijkertijd geweerd. De noordoostgevel daarentegen bestaat volledig uit glas en opent zich naar het landschap. De beleving van alle seizoenen is het uitgangspunt. Een stelsel van terrassen met verspringende vlonders biedt uitzicht op het water dat omzoomd is door een rietkraag. Pergola’s bieden beschutting tegen zon en fel daglicht, dat veel bezoekers niet kunnen verdragen (diffuus licht zonder de cliënten te hinderen is de norm). De overgang van binnen naar buiten wordt als het ware door het gebouw zelf al in gang gezet en verloopt daardoor heel natuurlijk.